Geschillen in de bouw worden meestal beslecht door de Raad van Arbitrage voor de Bouw en in een enkel geval ook wel door de gewone rechter. Het voeren van een dergelijke procedure is vaak tijdrovend, kostbaar en kost de nodige energie.

Of het nu een arbitrale procedure is of een procedure ten overstaan van de gewone rechter, uiteindelijk volgt vanzelf een vonnis en wordt één van beide partijen in meerdere of mindere mate in het gelijk gesteld.

Hoewel deze vormen van geschillenbeslechting kunnen worden gekwalificeerd als kwalitatief hoogwaardige vormen van geschillenbeslechting, kleeft er ook een aantal nadelen aan.

Geschillen leiden meer dan eens tot hoog oplopende discussies, waarbij de werkzaamheden worden stilgelegd, en het voeren van een procedure leidt meer dan eens tot oplopende risico’s en navenante kosten.

Hoewel partijen uiteraard streven naar een gezamenlijk resultaat, is escalatie niet altijd te vermijden.

In het moderne bouwcontractrecht bestaat een aantal mogelijkheden om te voorkomen dat partijen in een hoog oplopend geschil verzeild raken en worden voorzieningen getroffen die proberen te voorkomen dat de gang naar de Raad van Arbitrage of de rechter gemaakt moet worden.

Daarbij kan gedacht worden aan het opnemen van een contractuele bepaling met betrekking tot mediation, maar ook kan een permanente ‘dispute board’ worden ingesteld, een zogenaamde commissie van deskundigen of een geschillencommissie, maar ook denkbaar is om in de overeenkomst te voorzien in de ‘fast track bindend advies’ van de Raad van Arbitrage voor de bouw.

Er zijn kortom verschillende mogelijkheden voorhanden, om te voorzien in een dergelijke oplossing van geschillen. Het is misschien een goed idee om daar eens over na te denken voordat u een contract sluit?

 

Theo Verhoeven