Het komt vaak voor, arbeidsconflicten als gevolg van of voorafgaand aan uitval wegens ziekte. Het begint veelal door miscommunicatie of uiteenlopende verwachtingen over en weer. Dit zowel in de onderlinge arbeidsverhouding, als in het kader van de re-integratie.
Regelmatig met elkaar in gesprek gaan en blijven, niet alleen ingeval van ziekte, werkt preventief én positief.
Maar wat nu als een goed gesprek niet meer lukt?
De wet verplicht werkgever en werknemer om zich in de re-integratie pro actief op te stellen om zo op een adequate wijze tot spoedige hervatting in eigen werk te komen. In dat kader geeft de wet de werkgever een aantal handvatten om de onwillige werknemer aan te sporen om in actie te komen. Zie lid 3 en 6 van artikel 7: 629 BW.
Zo kan de werkgever in bepaalde gevallen, en onder strikte voorwaarden, het loon opschorten of stopzetten gedurende de periode dat de werknemer bepaalde verplichtingen niet nakomt. De wet bepaalt of er sprake is van stopzetting of opschorting van loon.
Bij opschorting van loon, dient het loon alsnog te worden uitbetaald indien en zodra werknemer alsnog aan de vereiste verplichtingen voldoet.
Stopzetting van loon is aan de orde indien en zodra werknemer geen recht (meer) heeft op doorbetaling van loon gedurende ziekte.
Hoe dan ook, in alle gevallen geldt dat de werkgever de werknemer – vooraf en bij voorkeur meerdere keren – tot nakoming van de betreffende verplichtingen dient te sommeren. Daarbij dient de werkgever heel duidelijk aan te kondigen dat, waarom en per welke datum, een loonsanctie wordt toegepast. Zo ook in welk geval de loondoorbetaling zal worden hervat. Helaas zijn deze regels in de praktijk niet zo eenvoudig toe te passen.
Spagaat werkgever
Mede gelet op de verplichtingen van werkgever, om zich in deze situaties vooral ook als een goed werkgever op te stellen, is het vaak beter om de minst zware sanctie toe te passen.
Het devies daarbij is vooral om vooraf advies in te winnen. Als gezegd is elke situatie maatwerk, maar bovenal geldt dat de werkgever het al snel verkeerd doet in de ogen van de rechter. Er zijn vele uitspraken waaruit met name naar voren komt, dat werkgevers eerst hun uiterste best moeten doen om op een goede wijze in gesprek te gaan met werknemers en dan pas – als ultimum remedium – (loon)sancties dienen toe te passen. Het UWV legt werkgevers juist op om adequaat te handelen en vlot gebruik te maken van de wettelijke mogelijkheden om werknemers middels loonsancties te bewegen aan de re-integratieverplichtingen te voldoen.
Elke situatie vereist dus de nodige zorgvuldigheid. Zeker omdat altijd de mogelijkheid bestaat dat de werknemer wel degelijk een deugdelijke grond heeft om het aangepaste werk niet te verrichten.